Boek: De kracht van geduld

Boek: Geduld
door ine van schaik

Veelvoudig verdraagzaam

De achtste-eeuwse Bodhisattvacharyavatara – onder andere vertaald als Het ondernemen van de beoefeningen van bodhisattva’s – van de Indiase meester Shantideva vormt een voornaam klassiek werk binnen het mahayana-boeddhisme. Sinds de Tibetaanse vertaling ervan – volledig in versvorm, elk couplet omvat vier metrische regels – in de elfde eeuw heeft het geschrift de religieuze oriëntatie van de Tibetanen verregaand beïnvloed. ‘Deze allesdoordringende invloed blijkt uit het onderricht van alle vier belangrijke scholen van het Tibetaans boeddhisme: Nyingma, Sakya, Kagyu en Gelug’, aldus de Tibetaanse vertaler van Zijne Heiligheid de Dalai Lama, geshe Thubten Jinpa, in de inleiding van de onderhavige uitgave.
Acharya Shantideva’s werk is te beschouwen als een zogenoemde lojong-tekst, gericht op ‘het ontwikkelen van de altruïstische verlichtingsgeest en het opwekken van diepgaand inzicht in de natuur van de werkelijkheid’. De zes perfecties of paramita’s – vrijgevigheid, morele zelfdiscipline, geduld, doorzettingsvermogen of enthousiaste volharding, meditatieve concentratie, onderscheidend gewaarzijn of wijsheid – vormen als zodanig de basis van de leefwijze van de bodhisattva, toegewijd aan het welzijn van alle gewaarwordende wezens.

Het zesde hoofdstuk van de Bodhisattvacharyavatara is gewijd aan de derde perfectie, Tibetaans: zöpa, mede in de onderhavige snede (vers 2) vertaald met ‘geduld’:

‘Er is geen groter kwaad dan haat
en geen grotere deugd dan geduld.
Daarom dien ik op alle mogelijke manieren
oprecht op geduld te mediteren.’

De Tibetaanse term zöpa kent evenwel geen enkelvoudige betekenis. Letterlijk laat zöpa zich vertalen met ‘geduld’, en in de werkwoordsvorm ervan staat het voor ‘weerstaan’ of ‘iets verdragen’. Wordt het begrip ingezet om een kwaliteit aan te duiden, dan is ‘verdraagzaamheid’ de meest passende vertaling. En indien iemand ‘groot is in zöpa’, wil dit zeggen dat de betreffende persoon zich zowel verdraagzaam als geduldig toont. Thubten Jinpa definieert zöpa aldus: ‘een vastberaden reactie op tegenspoed, die voortkomt uit een stabiele gemoedsgesteldheid, die noch door externe noch door interne verstoringen in beroering wordt gebracht’. Shantideva’s verhandeling krijgt richting door de drie kenmerken van zöpa: verdraagzaamheid gebaseerd op het bewust aanvaarden van pijn en moeilijkheden, verdraagzaamheid ontstaan door contemplatie op de aard van de werkelijkheid, en verdraagzaamheid jegens letsel of schade door anderen berokkend.
Voortdurende veelvoudige (be)oefening, vanuit een bewuste overtuiging.

Hoe ‘groot in zöpa’ kan een volk zijn…

Z.H. de Dalai Lama, De kracht van geduld. Een uitleg van het zesde hoofdstuk uit de Bodhisattvacharyavatara van acharya Shantideva. 2e dr. Emst: Maitreya, 2009 – 162 p., ISBN 9789071886133

© MK
Delen: