Giechelende nonnen
Ik hoor het gegiechel al voordat ik de kinderen uit het schoolgebouw zie komen. Twee aan twee, hand in hand komen ze naar buiten. Lynn, mijn dochter giechelt en lacht aan een stuk door, samen met het meisje naast haar. Ze hebben de grootste lol. Als ik daar op het schoolplein zo naar haar kijk moet ik even terugdenken aan het nonnenklooster Tsamkung Ani in Lhasa. Daar waren het geen giechelende kinderen maar giechelende nonnen die een glimlach op mijn gezicht brachten. In mijn boek Nepal & Tibet, goden en devotie schreef ik hierover.
“Are you sure that you want to eat at home? We like if you stay for dinner with us”, zeg ik tegen Kadol, die opstaat van de bank. “Enjoy your dinner and see you tommorow morning”, zegt Kadol, terwijl ze het restaurant uit loopt. Het diner krijgen we aangeboden van Shiagatse Travel, de werkgever van Kadol. Het restaurant hadden we zelf niet kunnen vinden. We zijn in het steegje de ijzeren trap naar boven op gelopen maar ik heb geen bord gezien dat hier een restaurant zou zitten. In het restaurant staan de traditionele, Tibetaanse, houten bankjes bij de tafels. We hebben momo`s en een yaksizzler besteld en ik verheug me er nu al op. Met lekker eten doe je mij eigenlijk altijd een plezier en de Tibetaanse keuken vind ik erg lekker.
Langzaam drink ik van mijn jasmijnthee. Wat hebben we weer een mooie dag gehad. Vandaag hebben we het Tsamkung Ani klooster bezocht, een nonnenklooster waar ongeveer 8o nonnen wonen. Via een nauw steegje vanaf de hoofdstraat kwamen we uit op het binnenplein van het klooster. Terwijl Kadol de kaartjes kocht, zaten mijn moeder en ik op een bankje. Alle gebouwen hier zijn okergeel geschilderd. Links op het binnenplein zijn twee nonnen water bij de waterpomp aan het halen. Ernaast staat een hoge stele met het theehuis daarachter gelegen. Hier komt de lokale bevolking theedrinken en een praatje maken. Van de opbrengsten van het theehuis en van giften leven de nonnen. Aan beide kanten van het hoofdgebouw zijn de slaapvertrekken en zo te zien hebben de meesten een balkon aangrenzend aan hun kamer. Een vrouw zit op een stoel op haar balkon een boek te lezen. Een andere non is met een theedoek de kopjes aan het droogwrijven. Wat mij meteen opvalt aan dit klooster is dat overal op het terrein potten met planten staan. Zou dit de vrouwelijke touch van de nonnen aan het klooster zijn?
Het steegje tussen de twee gebouwen door brengt ons langs verschillende kamers op weg naar de grote vergaderzaal. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht als ik aan de nonnen denk, die in de kamer gebedsrollen aan het maken waren. Ze hadden er met z’n tweeën een soort van productielijn van gemaakt. Eentje knipte de tekst uit en legde die in een grote schaal voor haar op tafel. De vrouw, die naast haar zat, rolde het papiertje heel klein op en plakte het uiteinde vast met lijm. Wanneer het rolletje klaar was, werd deze in een grote schaal gelegd en begon het tafereel weer van voren af aan. Met recht nonnenwerk! Op de bank zaten nog meer vrouwen, maar deze hadden, denk ik, even pauze en zaten aan de thee.
Het geluid van de chantende nonnen wordt steeds luider. Een teken dat we niet ver meer verwijderd zijn van de grote vergaderzaal. De kleine ruimte zit helemaal vol en voelt overvol aan. Niet alleen door de vele nonnen, maar ook omdat langs de muren alles vol staat. De nonnen zitten vanaf het midden van de ruimte tegenover elkaar in rijen, helemaal tot achterin. Het oogt ook vol door de vele pilaren, behangen met thangka`s en galtsangs, een soort ronde, hangende parasol gemaakt van stof. De stukjes stof lijken wel stropdassen, die aan elkaar gemaakt zijn. Echt aan elke pilaar hangt wel iets. Om de pilaren zijn witte katag sjaals gebonden, waar de persoonlijke buideltjes van de nonnen aan hangen met een metalen S-haak. Wat zal erin zitten vraag ik mij af? Waarschijnlijk zit er een kamersleutel, geld en mobieltje in, net zoals wij in onze handtas hebben.
Aan een van de langste murenstaat een vitrinekast, die de gehele lengte beslaat. De kast staat vol met beelden en boeken. Ervoor een tafel met boterlampjes in alle maten en hoogtes die je maar kunt bedenken. Ik kan weinig structuur in de dienst ontdekken, de een is aan het chanten, de ander aan het lezen. De boeken met religieuze teksten zien er niet uit zoals de boeken die wij kennen, waarbij de bladzijdes aan elkaar vast zitten. Het zijn losse langwerpige bladzijdes. Als een bladzijde gelezen is, leggen ze deze voor zich neer, zodat ze, als ze alles gelezen hebben, de stapel omkeren en het boek weer van voor af aan kunnen lezen. Achterin zitten een paar vrouwen onderling te giechelen. Niet iedereen lijkt in de dienst geïnteresseerd te zijn, want er wordt wat afgekletst. Ondertussen drinken ze thee uit hun drinknappen. Als een groepje vrouwen ons in de gaten krijgt, zijn ze helemaal afgeleid. Het gegiechel komt nu boven het gechant uit! Ze smiespelen onderling en ook al kan ik ze niet verstaan ik weet dat ze het over ons hebben. Een van de vrouwen krijgt van mij een brede glimlach en daar wordt ze toch wel verlegen van! Ondertussen komen er mensen binnenlopen, die geld komen offeren bij de nonnen. Als dank krijgen ze een katag omgehangen. Ze lopen de rijen nonnen af en delen nieuwe briefjes van 1 yuan uit. Elke non krijgt er een. Deze gladde briefjes doen mij denken aan mijn verjaardaggeld, dat ik vroeger van opa en oma kreeg. Mijn oma ging speciaal naar de bank om nieuwe briefjes te halen, ze wilde geen ‘lelijk’ geld weggeven.
Door het geknetter en gesis van de loeihete yaksizzler, die ze voor ons op tafel neerzetten, ben ik weer terug in het heden. Er komt zo veel stoom van het gerecht, dat de glazen van mijn bril beslaan. Het ruikt heerlijk en als het net zo lekker is als de momo’s die we al ophebben, ga ik hier zeker van smullen. Ik schuif dichterbij naar de tafel en stoot bij deze beweging mijn tas om. De gekochte kleding voor mijn Boeddhabeeld valt uit de tas. Dat was iets wat op mijn verlanglijstje van souvenirs stond. Straks krijgt mijn Boeddhabeeld thuis een mooi Tibetaans gewaad aan met een muts, die de Dalai Lama op een foto die ik een keer gezien had, ophad. Zo kan ik als ik thuis naar het beeld kijk weer even aan deze reis naar Tibet terugdenken.
Het boek Nepal & Tibet, goden en devotie is te koop in de Tibetwinkel in Amsterdam.
Tibetwinkel, Spuistraat 185A, 1012VN Amsterdam
Alle foto’s © Marieke Keurentjes van den Brink