Porok Karpo, de witte kraai uit Tibet

Afgelopen week kreeg de Tibetwinkel bezoek van Loten Namling.
De in Zwitserland woonachtige Tibetaanse zanger/kunstenaar was in Nederland om verschillende bekenden te bezoeken.
Hij kwam een stapel cd’s brengen, en ging door om momo’s te eten bij Tashi Delek, het restaurant van Nawang Gyawa.

Onderweg kwam hij nog een groepje bekende Nederlanders tegen bij het Rembrandtplein:

De Tibetaanse zanger, kunstenaar en activist Loten Namling werd met name beken door de documentairefilm Tibetan Warrior van Dodo Hunziker.
Loten Namling speelt en zingt graag traditionele Tibetaanse muziek, waarbij hij zichzelf begeleidt op de dramyen, de Tibetaanse luit.
Loten Namling vindt het belangrijk dat de oorspronkelijke muziek uit Tibet blijft bestaan. Hij heeft meerdere keren gezongen voor de 14e Dalai Lama.

Dalai Lama en Loten Namling. ©photo Namling.

Tijdens één van deze gelegenheden sprak Loten Namling zijn wens uit de traditionele Tibetaanse muziek, ook politieke Tibetaanse liederen, onder de aandacht te brengen van een breder publiek. De Dalai Lama vond het een goed plan.
Loten kwam in Zwitserland verschillende muzikanten tegen met wie hij aan zijn doel kon werken, en zij begonnen aan een project om Tibetaanse popmuziek te componeren. Zelf heeft hij de stijl wel Tibet Blues genoemd.
Ze vormden de band Porok Karpo (witte kraai).

In de Tibetwinkel is de cd BEHIND THE TWO MOUNTAINS verkrijgbaar.

Loten Namling (Dharamsala, 1963) is een Tibetaans musicus en entertainer. Zijn ouders zijn Tibetaanse ballingen die in 1959 uit Tibet vluchten. Loten Namling groeide op in Darjeeling en als kind had hij een grote interesse voor Tibetaanse cultuur. Belangrijk voor hem waren de jaarlijks terugkerende optredens die werden georganiseerd door het Tibetaans Instituut voor Podiumkunsten. Op zijn vijftiende verjaardag kreeg hij van zijn ouders een dramyen, een snaarinstrument met zes snaren en een lange hals.
Hij studeerde filosofie aan het St Stephan’s College van de Universiteit van Delhi en verhuisde in 1989 naar Zwitserland.

De titel van het album POROK KARPO, “Behind the Two Mountains”, verwijst naar de jeugd van Loten Namling als vluchteling in India. Achter die twee bergen, vertelden zijn ouders hem keer op keer, ligt zijn thuisland – waar hij tot op de dag van vandaag niet kan zijn. Eens, toen hij negen jaar oud was, liep hij weg om ‘naar huis’ te gaan. Na een lange mars capituleerde hij. De enorme omvang van de bergen was te veel voor hem.
Het was de kracht van liefde die de jonge Loten naar Europa bracht en uiteindelijk naar Bern, de hoofdstad van Zwitserland. In rap tempo werden de unieke talenten van deze toegewijde vrijheidsstrijder en -muzikant wijd en zijd bekend. Al snel werd hij uitgenodigd om een ​​podium te delen met bands als Young Gods en Sepultura.
In 2012 ondernam hij een tocht van het ene eind van Zwitserland naar het andere, met een kist als symbool voor de Tibetaanse vrijheidsstrijd, waarvan sommige Tibetanen denken dat de vreselijke daad van zelfverbranding het enige restende middel is. Namling’s martelaar-achtige tocht is indrukwekkend gedocumenteerd in een film, Tibetan Warrior.
Niet lang na het einde van deze tocht begon Namling samen met gitarist en producer Patrick Lerjen aan een zoektocht naar een geheel nieuwe vorm van muzikale fusion. Een soort van ‘wereldmuziek-ontmoet-alternatieve rock’, met als doel de gevoelens van hoop, verdriet en woede in te sluiten die de verzetsbeweging van het Tibetaanse volk aandrijven. ‘Onze muzikale werelden moesten een gelijke invloed hebben in ons creatieve proces’, legt Lerjen uit. Het resultaat is een passende allegorie van de situatie van Tibetaanse ballingen en hun strijd,  ver van huis, om hun culturele erfgoed te behouden.

Delen: