Dalai Lama 90: Laat een wens achter en bezoek onze virtuele muur!

Tibetaanse hoofdlama Tulku Palden Wangyal sterft in Chinese hechtenis na jarenlange marteling

Tibetaanse hoofdlama Tulku Palden Wangyal sterft in Chinese hechtenis na jarenlange marteling

Tulku Palden Wangyal Tulku Palden Wangyal, hoofdlama van de Choegyal-kloosters in Gonjo

Op 19 juli 2025 stierf Tulku Palden Wangyal, de 53-jarige hoofdlama van vier Choegyal-kloosters in Gonjo County, in een Chinese gevangenis in Gansu provincie. Zijn dood volgt na bijna acht jaar detentie, systematische marteling en weigering van medische zorg. De Centrale Tibetaanse Administratie beschrijft zijn overlijden als het zoveelste bewijs van Beijing’s systematische onderdrukking van Tibetaanse religieuze leiders.

Jarenlange detentie en transfers

Tulku Palden Wangyal werd tussen 2018 en 2019 gearresteerd door Chinese autoriteiten. Zijn detentie begon in het detentiecentrum van Gonjo County, waarna hij werd overgebracht naar Chamdo en vervolgens naar Lhasa. In de afgelopen maanden van zijn leven werd hij overgeplaatst naar Gansu provincie, waar de martelingen intensiveerden en hij uiteindelijk overleed.

Gedurende zijn gevangenschap ondervond de lama steeds zwaardere omstandigheden. Chinese autoriteiten weigerden elk contact met familieleden en negeerden herhaalde verzoeken om zijn vrijlating. De strikte geheimhouding rond zijn detentie past in een breder patroon waarbij Tibetaanse gevangenen worden onderworpen aan gedwongen verdwijningen, waarbij families maandenlang geen informatie ontvangen over de verblijfplaats of gezondheidstoestand van hun dierbaren.

Bedreiging voor Chinese controle

Tulku Palden Wangyal stond bekend om zijn toewijding aan het behoud van de Tibetaanse cultuur en identiteit. Hij leerde Tibetanen het belang van eenheid en moedigde hen aan om interne geschillen te vermijden. Deze activiteiten, hoewel vreedzaam van aard, werden door Chinese autoriteiten gezien als een directe bedreiging voor Beijing’s controle over de regio.

De hoofdlama van de Choegyal-kloosters in de dorpen Botoed, Gardhab, Ngyagle en Shungkor was diep geworteld in zijn gemeenschap. Zijn invloed en respect onder lokale Tibetanen maakten hem tot een doelwit voor Chinese veiligheidsdiensten, die elke vorm van Tibetaans leiderschap als potentieel subversief beschouwen.

Bredere context van religieuze vervolging

De dood van Tulku Palden Wangyal staat niet op zichzelf. In 2024 overleed de 38-jarige monnik Losel uit het Sera-klooster in detentie na brutale ondervragingen zonder medische verzorging. Monnik Tenzin Dorjee van het Shelkar-klooster beëindigde zijn leven na onmenselijke martelingen voor het verspreiden van de leer van de Dalai Lama.

Recente cijfers tonen de omvang van de onderdrukking. Mensenrechtenorganisaties schatten dat er tussen de 500 en 2000 politieke gevangenen in Tibet zijn. Het Tibetaans Centrum voor Mensenrechten en Democratie documenteerde 63 gevallen van gedwongen verdwijningen in de afgelopen vier jaar, waarbij het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger ligt vanwege onderrapportage uit angst voor represailles.

Transfer naar Gansu: dodelijk patroon

De overplaatsing van Tulku Palden Wangyal naar Gansu provincie vlak voor zijn dood wijst op een verontrustend patroon. Gansu is uitgegroeid tot een locatie waar Tibetaanse gevangenen naartoe worden overgebracht, vaak met fatale gevolgen. In oktober 2024 werd monnik Kunchok Dekpa uit het Tashi-klooster in Gansu gearresteerd voor vermeend contact met personen buiten de regio.

Chinese autoriteiten gebruiken deze transfers strategisch om gevangenen te isoleren van hun gemeenschappen en internationale aandacht te vermijden. De afgelegen ligging van gevangenissen in Gansu maakt onafhankelijk toezicht praktisch onmogelijk, waardoor marteling en mishandeling ongestraft kunnen plaatsvinden.

Internationale verantwoordelijkheid

De Centrale Tibetaanse Administratie heeft opgeroepen tot internationale erkenning van het onrecht rond Tulku Palden Wangyal’s dood. Zijn overlijden benadrukt de voortdurende crisis in Tibet, waar religieuze vrijheid, bewegingsvrijheid en vrijheid van meningsuiting zwaar worden ingeperkt.

De systematische vervolging van Tibetaanse religieuze leiders zoals Tulku Palden Wangyal vormt een duidelijke schending van internationale mensenrechtenverdragen die China heeft ondertekend. Zijn dood na jaren van marteling en medische verwaarlozing illustreert de realiteit achter China’s beweringen over “stabiliteit” en “harmonie” in Tibet - een realiteit van onderdrukking, geweld en culturele vernietiging die internationale aandacht en actie vereist.